dinsdag, maart 06, 2007

Enkele teamleden beschrijven hun indrukken

Hieronder een paar (citaten uit) bijdragen van teamleden - vanwege de totale lengte in een aangepast lettertype:

Stof happen en blije gezichten

De eerste dagen in Aceh waren erg indrukwekkend. De ravage die de Tsunami heeft aangericht is enorm en nog steeds enorm zichtbaar. Ook op de scholen waar wij komen zijn de gevolgen duidelijk merkbaar. Mooie grote, nieuwe schoolgebouwen met weinig leerlingen en leerkrachten. Kinderen die moeite hebben met spelen en kinderen die niet kunnen wachten om leuke dingen te gaan doen. Leergierig, enthousiast en gastvrij zijn de woorden die mij het eerst te binnen schieten. Leerkrachten en kinderen willen doen doen doen…
Samen met Nathalia geef ik de workshop “rekenspelletjes”. We worden tot nu toe overal hartelijk ontvangen en de scholen zijn erg blij met onze praktische tips en invulling van de lessen naast de reguliere methode die ze hanteren.
Bij het zien van de blije gezichten tijdens het spelen en de dankbaarheid van de leerkrachten achteraf krijg ik een warm gevoel. Ik was er bang voor dat men eigenlijk niet op onze bijdrage zat te wachten, maar niets is minder waar. We hebben echt iets bij te dragen en daar heb ik een beetje zweet en stof happen best voor over.

Jeany


Saya, saya, saya!!!

Vol enthousiasme en goede moed stapten we zondag in het vliegtuig. We gaan naar Atjeh om workshops te geven!
Na een lange, vermoeiende reis (in totaal 26 uur!) kwamen we maandag bij het gezellige Yellow guesthouse aan.
De volgende dag was het tijd voor een eerste ontmoeting met de kinderen en leerkrachten op de school die geopend is door Maria van der Hoeven. Het gebouw zag er goed en verzorgd uit, de kinderen waren vrolijk en enthousiast, maar de grote verschillen tussen de scholen hier en in Nederland waren meteen duidelijk. Er hingen geen knutselwerkjes of tekeningen, het zag er vrij kaal uit.
’s Avonds hebben we met ons werkgroepje (dans en muziek) gediscussieerd over het nut van onze reis. ‘Staan de leerkrachten wel open voor onze workshops en ideeën? Hebben ze hier behoefte aan? Hebben wij de beginsituatie goed ingeschat? Hangen we straks niet de barmhartige samitraan uit? Komen we wel echt de hengels brengen, of worden het toch weer de vissen?’
Een vervelend gevoel overviel ons, zo op de eerste dag. Gelukkig stonden we wel open voor wat zou komen en gingen we met een positief gevoel de eerste school binnen.
Zodra we met de workshop aan de slag gingen en de eerste klanken klonken, wisten we meteen weer waar we het voor deden.
De kinderen zijn laaiend enthousiast en willen dolgraag dansen en bewegen. Bovendien staan veel leerkrachten open voor onze ideeën en hebben wij het idee dat het echt een toevoeging is op hun onderwijs.!
De hitte maakt het werken vrij intensief, maar tegen de lachende kindergezichtjes kan niks op!

Saya, saya, saya……!
Ik, ik, ik………!
Hoor je continu omdat de kinderen zo graag willen leren, dansen en bewegen.
Ingeborg en Sasha


In het land van Multatuli

Tja, daar zit je dan in Indonesië, het land van (voor mij) Couperus, Haasse, Aya Zikken en natuurlijk Multatuli.
Mijn eerste impressies: armoe, vuiligheid, hitte, gek-makend verkeer (honderden brommertjes, betjaks, gammele busjes, maar ook…..heel veel nieuwe auto’s (SUV’s, lijkt het Gooi wel; hoe kan dat nu…..)

De coördinator van Oxfam Education International said to us: for bureaucracy and corruption, come to Atjeh…
Maar dan ga je naar de scholen in de tsunami areas en dan val je stil: deels nog steeds totale kaalslag, zelfs de bomen zijn weg, verder een ratjetoe van oude en nieuwe bouwsels: wat van steen was staat er soms nog voor een deel, daartussen restanten of alleen een fundering en nieuwe huisjes, soms noodhuisjes. Ergens leeft ook nog iemand in een UN tent, zag ik.
De (binnen) stad is een agglomeratie van wat wij bouwvallen zouden noemen,gelardeerd met een penetrante vis- en vleesstank, (dat hangt in deze hitte buiten in de stalletjes) en een bijna dodelijke petroleumlucht, afgescheiden door alles wat racet als een gek over de paar hoofdstraten. We komen soms door andere wijken en zien dan villa’s met the occasional swimming pool…en, juist, die SUV voor de deur.
...

Gisteren voor het eerst met een paar mensen per betjak naar de stad. Geweldig vervoermiddel, vooral nu er niet een Indonesiër op een fiets hoeft te zwoegen: brommers doen het werk. Omdat het er honderden zijn is het aan te raden een doek voor je mond te houden; er hangt continu een blauwe walm van zo’n anderhalve meter boven het plaveisel( dit laatste begrip moet je ruim nemen). Heerlijk in de wind door het verkeer jakkeren en lachen naar eenieder die zich vergaapt aan een attractie met wit haar, begeleid door mooie jonge dames met blond haar: we doen hier dus gewoon goed werk: animation for free.

Maar we kwamen hier voor de scholen en het onderwijs en de kinderen:
(Voor wie zich afvraagt waarom ik daar nu pas over begin: mijn hoofd moest eerst geleegd worden. De indrukken waren aanvankelijk overweldigend en kunnen nu pas een beetje worden gerubriceerd). Er wordt door de groep echter hard en veel gewerkt in goede sfeer.
De busjes staan klaar om half acht, we worden gedropt op de verschillende scholen, na soms ijzingwekkende ritten door Banda en de suburbs.
De verschillen tussen de scholen zijn groot; het zijn allemaal nieuw gebouwde scholen, maar daar houdt de overeenkomst wel op. De interesse en het niveau van leerkrachten, de discipline of het ontbreken daarvan bij kinderen ,de hartelijkheid of stugheid waarmee je wordt ontvangen: dit alles varieert.
De uitersten zijn: grote ontvankelijkheid voor de mogelijkheden/nieuwe perspectieven die de workshops bieden, geïnteresseerdheid, intelligentie (altijd handig), grote hartelijkheid versus de volgende houding : wat voor spullen hebben jullie en wat hebben jullie nog meer aan materiële zaken te bieden, weinig interesse, indolentie.
Maar: weten wij wel wat we zien? ……..de beste houding lijkt mij: wij komen hier iets brengen, wij kennen jullie cultuur niet/nauwelijks, wij kennen jullie leven en emoties niet, wij oordelen niet: dit is wat we te bieden hebben en laten we maar goed kijken hoe het overkomt.Daarnaast is veel niet zoals gedacht toen we nog in Nederland waren. André’s adagium bij de voorbereiding was: alles onder voorbehoud, well…, so be it.
In plaats van alleen workshops aan teachers, geven we vooral veel demonstratielessen en larderen die waar mogelijk, soms tussentijds,soms na afloop met wat theorie. In een van teachers’rooms trof ik een enorme poster aan met daarop 10 Kompetensi’s: dat is tot nu toe het enige moment geweest dat ik de aandrang tot vluchten heb gevoeld.

Ik ben er nog niet uit of het een gevaarlijke verslaving kan zijn: hulp verlenen. De dankbaarheid van de teachers, het enthousiasme van de kinderen, de blank faces die vrolijk worden als van “gewone”kinderen, dat alles is ontroerend en maakt je stil.
Op de school van gisteren (ja, ook op zaterdag gewoon naar school) kreeg ik een schaartje aangeboden van de headmistress, als souvenir. Ik zal het koesteren.
Het snoetje van een meisje dat geconcentreerd zich buigt over de reken memory, de jongen die steeds in mijn buurt hangt, ... de leerkracht die de foto’s laat zien van zijn drie kinderen, allemaal omgekomen, het verhaal dat er van één school 3 kinderen over waren na de tsunami, het meisje van elf dat alleen woont (iedereen van de familie “verdwenen”) en dat in de gaten wordt gehouden door een headmistress, een jongen die nog niet een diary had ontvangen en wordt weggestuurd door een van de teachers, hij loopt het plein over en de trap weer op met hangende schouders, gelukkig zag ik het en boven haal ik hem in, net voor hij zijn klas weer in gaat, dat gezicht als je hem het boekje geeft, de tranen zitten weer hoog als ik dit intik.
Ook waar te nemen: agressie bij sommige kinderen onderling wanneer ze niet met een taak bezig zijn, voordringen, moeilijk kunnen delen: waren ze zo of zijn het survivers geworden?

Als geluk voor ieder kind, zelfs voor even, van belang is, dan is deze onderneming nu al geslaagd, al zijn er nog zoveel suggesties voor verbetering.

...

Marijke